De beperkte aansprakelijkheid van de werknemer
In principe is iedereen die schade veroorzaakt aan een ander, verplicht die
schade te vergoeden. Daartoe moeten 3 voorwaarden vervuld zijn: er is een fout,
er is een schade en er is een oorzakelijk verband tussen beide.
Dit basisprincipe uit ons Burgerlijk Wetboek wordt voor wat de werknemers
betreft deels buiten werking gesteld door de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli
1978. Artikel 18 van die wet stelt het volgende:
Ingeval de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de werkgever of
derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn
Voor
Dus als er geen sprake is van bedrog, van zware fout of van een gewoonlijke lichte
fout, is de werknemer niet aansprakelijk voor de schade die hij veroorzaakt.
Wanneer wel aansprakelijk?
Anderzijds is de werknemer wel aansprakelijk voor de fouten die hij
Een typisch voorbeeld is dat van de werknemer die schade toebrengt aan de activa van de werkgever omdat hij geen bonus kreeg en anderen
wel. Ook diefstal valt hieronder.
De werknemer is ook aansprakelijk voor
Een typisch voorbeeld van zon verzachtende omstandigheid is
de werkdruk.
Ook het gebrek aan ervaring werd door rechtspraak al als excuus aanvaard, waardoor de fout van de werknemer niet beschouwd werd als een
zware fout.
Ten slotte kan de werknemer ook aansprakelijk gesteld worden voor een lichte
fout als hij die fout
Rechters aanvaarden dat als een
werknemer steeds weer een tekort heeft in de kassa, hij de schade moet
vergoeden.
Bij de uitvoering van zijn overeenkomst
De beperkte aansprakelijkheid van de werknemer speelt enkel indien de schade
door fout zich heeft voorgedaan binnen het kader van de uitvoering van de
arbeidsovereenkomst.
Als de werknemer op de parking van het bedrijf met zijn
wagen tegen die van de baas botst, speelt er uiteraard geen arbeidsrelatie en is
er een schadevergoeding verschuldigd volgens de gebruikelijke burgerrechtelijke
regels.
Let op: de regeling inzake de foutaansprakelijkheid van de werknemer staat los
van de mogelijkheden van de werkgever om de werknemer te ontslaan. Uiteraard mag
men verwachten dat de werkgever voldoende redenen heeft om de werknemer te
ontslaan als vast komt te staan dat hij bijvoorbeeld bedrog heeft
gepleegd.
Maar
Stel dat een werknemer betrapt wordt op het stelen van enkele pakken
papier, dan kan de werkgever de werknemer vragen om die pakken papier terug te
betalen, maar de kans dat dit zal leiden tot een ontslag om dringende redenen is
eerder klein.
Schadevergoeding
Als vast staat dat de werknemer aansprakelijk is, dan is er nog de vraag van de
schadevergoeding.
Uiteraard moet de werkgever aantonen hoe groot de schade
is. Vervolgens mag de werkgever het bedrag van de schade aftrekken van het loon
dat nog moet uitgekeerd worden.
Artikel 23 van de Loonbeschermingswet bevat echter enkele beperkingen. Dat artikel bepaalt
Het totaal van die toegelaten inhoudingen mag echter
als de werknemer bedrog heeft gepleegd; of
als de werknemer nog schadevergoedingen moet betalen en hij vóór de afrekening van die schadeloosstellingen vrijwillig zijn dienstbetrekking heeft beëindigd.
In de praktijk is de werknemer slechts zelden aansprakelijk voor de fouten die
hij maakt, ongeacht de omvang van de schade die werd veroorzaakt. Maar als de
werknemer het écht te bont maakt, dan kan de werkgever wel een schadevergoeding
vorderen. Omdat ook het loon van de werknemer beschermd is, is de inning van die
vergoeding echter een moeilijke klus.